Zo helder is het werkelijk zelden

13 mei
t/m
01 juli
2018

Soms is alles helder: het landschap buiten in het juiste licht, of juist in de vorm van een helder moment. De tentoonstelling Zo helder is het werkelijk zelden gaat over helderheid: over licht, details, landschappen en alles in het juiste perspectief zien. Zeven kunstenaars laten deze thema’s zien, in een grote verscheidenheid aan technieken en media: van etsen en schilderijen, tot tapisserieën en ruimtelijke tekeningen. De tentoonstellingsnaam is ontleend aan het gelijknamige gedicht van Gerrit Kouwenaar; een titel die volgens exposerend kunstenaar Margot de Jager een wereld aan beelden oproept.

Deelnemende kunstenaars
• Nathalie Duivenvoorden
• Margot de Jager
• Bas Ketelaars
• Sandra Kruisbrink
• Jaring Lokhorst
• Margiet Luyten
• Lara de Moor.

Zondag 13 mei is de expositie feestelijk geopend door Tiana Wilhelm,
directeur Musea Zutphen.

Download hier de uitnodiging

Maarten Buser over Jaring Lokhorst


Gerrit Kouwenaar
Uit ‘het ogenblik terwijl’ (1987)

Zo helder is het werkelijk zelden

Zo helder is het werkelijk zelden, men ziet
het riet wit voor de verte staan

iemand klopt aan, vraagt water, het is
een verdwaalde jager

het antwoord is drinkbaar, zijn kromme weg
uitlegbaar in taal

in zijn weitas een bloedplas, het water
verspreekt zich al pratend in wijn

kijk, zegt hij, omstreeks het riet wijzend bij wijze
van afscheid, dit is een rouwmantel

later staat zijn glas daar nog, men ziet
het riet en eet wat


Nathalie Duivenvoorde
 werkt op basis van foto’s die ze van landschappen gemaakt heeft. Het schilderij dat ze vervolgens maakt kan beschreven worden als een manier om het landschap te bewaren, voor later. De rol van het licht is voor haar erg belangrijk. Ze studeerde af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Haar werk was eerder in onder andere Singer Laren te zien en op Drawing Now Paris.

De landschappen van Margot de Jager neigen naar het abstracte. Zelf zei ze in een interview: ‘Uiteindelijk gaat het mij er om iets te weeg te brengen, dat verder gaat dan alleen herkenbaarheid. Een bepaald gevoel of emotie.’ Ze studeerde aan de Gerrit Rietveldacademie, en heeft daarnaast Nederlands gestudeerd aan de universiteit van Amsterdam. Haar werk is te zien geweest in onder meer Museum De Buitenplaats en Singer Laren.

Een belangrijke inspiratiebron voor Bas Ketelaars is de Scandinavische natuur, en specifiek de Finse landschappen. Hij benadert zijn gelaagde tekeningen op een ruimtelijke manier, door ze bijvoorbeeld op te laten bollen door veel gummen. Ook experimenteert hij met andere materialen als gips en tape.  Hij studeerde aan kunstacademies in Den Bosch, Berlijn en Antwerpen. Hij had onder meer een solo-expositie in Park (Tilburg).

De tekeningen en litho’s van Sandra Kruisbrink tonen fragmenten van landschappen, van gebouwen die vanuit vogelperspectief zijn geschilderd, of juist details van bomen en berglandschappen. Ze studeerde aan de Gerrit Rietveldacademie en in Barcelona. Haar manier van werken is ooit omschreven als ‘fragiel, lichtvoetig en associatief’. Haar werk bevindt zich in de collecties van onder meer Stedelijk Museum Schiedam, Rijksmuseum Twenthe en het Teylers Museum.

Over Jaring Lokhorst is eens gezegd dat hij ‘bij voorkeur niksige motieven’ schildert (wat overigens zeker geen diskwalificatie is). Denk aan de gaten in gaaswerk, of bandenafdrukken in de grond. Hij werkt veelal met dikke lagen verf, en heeft oog voor functionele herhaling. Onder andere het Gemeentemuseum Den Haag exposeerde zijn werk. Hij studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.

Margriet Luyten werkt vaak met fotografie en film. Ouderdom en sterfelijkheid zijn belangrijk thema’s in haar oeuvre. Een constante in haar werk zijn haar oog voor detail zien, en voor kwetsbaarheid. In Espace Enny toont ze handgeweven wandkleden waarin gedichtenregels een belangrijke rol spelen. Haar werk was eerder te zien in onder andere het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, De Pont en Museum Kranenburgh.

De kunst van Lara de Moor werd door wijlen Joost Zwagerman omschreven als een ‘uitsnede van de werkelijkheid en wijzelf gaan verder met fantaseren buiten de lijst’. Stilte en afwezigheid zijn typerend voor haar werk, waarin interieurs een centrale rol spelen. Ze studeerde aan de Gerrit Rietveldacademie en de Rijksakademie. Haar werk was onder andere in het Rijksmuseum, Singer Laren en Museum Kranenburgh te zien.